COP26

COP26: Conferentie van de partijen, Glasgow 2021

Wet- en regelgeving 13 Dec 2021

De vorige grote COP vond plaats in Parijs in 2015. Dit jaar was Glasgow de ontmoetingsplek voor de jaarlijkse VN-klimaatconferentie. Op de klimaattop waren alle landen vertegenwoordigd die het Klimaatverdrag (of United Nations Framework Convention on Climate Change, UNFCCC) ondertekenden. Dat verdrag werd in 1994 van kracht.

 

Velen beschouwden COP26 als de eerste belangrijke test van de Overeenkomst van Parijs van 2015. United Nations Climate Change beschrijft de Overeenkomst van Parijs als een "wettelijk bindend internationaal verdrag over klimaatverandering. De overeenkomst werd op 12 december 2015 aangenomen door 196 partijen op COP21 in Parijs, en werd op 4 november 2016 van kracht. Doel: de klimaatopwarming zeker beperken tot 2°C – en bij voorkeur tot 1,5°C – in vergelijking met het pre-industriële niveau. Om die langetermijndoelstelling te behalen, streven landen ernaar de uitstoot van broeikasgassen wereldwijd zo snel mogelijk te laten pieken, zodat we tegen de tweede helft van deze eeuw klimaatneutraal kunnen zijn."

De Overeenkomst van Parijs was een mijlpaal in het multilaterale klimaatveranderingsproces. Dit is de eerste bindende overeenkomst die alle naties verenigt rond een gemeenschappelijk doel: ambitieuze inspanningen leveren om klimaatverandering tegen te gaan en zich aan te passen aan de gevolgen van klimaatopwarming.

Waarom was COP26 dan een belangrijke test van de Overeenkomst van Parijs? De overeenkomst werkt volgens een vijfjarencyclus, en landen moesten hun klimaatactieplannen – nationaal bepaalde bijdragen of Nationally Determined Contributions – indienen voor 2020.

Over naar Glasgow, waar vier hoofddoelstellingen vooropgesteld werden voor COP26:

  1. een 'net-zero'-uitstoot verzekeren tegen het midden van de eeuw en de 1,5°C-doelstelling binnen bereik houden;
  2. aanpassingen doorvoeren om gemeenschappen en natuurlijke habitats te beschermen (adaptatie);
  3. financiering vrijmaken;
  4. samenwerken om resultaten te boeken.

Het Verenigd Koninkrijk en Italië organiseerden COP26 onder het voorzitterschap van Alok Sharma. De organisatoren zeiden dat ze van de landen verwachtten dat ze zich nóg ambitieuzer opstelden dan voor de Overeenkomst van Parijs.

Iedereen weet dat ons slagen niet afhangt van één enkele actie. Laten we dus even inzoomen op enkele onderwerpen waarover in Glasgow werd gesproken en onderhandeld met het oog op de doelstellingen.

1. Wereldwijde net-zero-uitstoot

 

Glasgowverklaring over emissievrije auto's en bestelwagens

In de verklaring worden de ondertekenaars opgeroepen om de globale transitie van voertuigen met verbrandingsmotoren op fossiele brandstoffen naar emissievrije auto's en bestelwagens (zoals elektrische auto's en voertuigen met brandstofcellen op waterstof) te versnellen.

Ze verbindt de ondertekenaars ertoe de verkoop van voertuigen met verbrandingsmotoren stop te zetten tegen 2035 op toonaangevende markten, en wereldwijd tegen 2040.

Waarom dat zo belangrijk is? Auto's, vrachtwagens, schepen, bussen en vliegtuigen stoten samen een kwart van alle koolstof uit.

 

En buiten de transportsector?

 

Steenkoolproductie

Steenkool is goed voor 40 % van de jaarlijkse CO2-uitstoot. Op COP26 kwamen landen voor het eerst overeen om steenkoolgebruik terug te schroeven. Oorspronkelijk bepaalde de overeenkomst dat steenkoolgebruik "uitgefaseerd" moest worden, maar die bewoording werd op het nippertje aangepast naar "geleidelijk verminderd".

Milieuorganisaties merkten al snel op dat de kerndetails van de overeenkomst vaag waren. Zo staat er niet precies in wanneer landen gaan stoppen met steenkool te gebruiken. Volgens het akkoord moeten de sterkste economieën zich ertoe verbinden steenkool "in de jaren 2030 of zo snel mogelijk daarna" uit te faseren. Voor de rest van de wereld zou de uitfasering plaatsvinden in de jaren 2040.

Wel positief: meer dan 40 landen beloofden plechtig om steenkool uit te faseren. Dat gaf voorzitter Alok Sharma genoeg vertrouwen om te beweren dat het einde van het steenkooltijdperk in zicht is. In het nieuwe akkoord hebben 23 landen beloofd om geen nieuwe steenkoolcentrales meer te bouwen en te vergunnen, en af te stappen van steenkool als brandstof. Op die lijst vind je onder meer Polen, Indonesië, Zuid-Korea, Vietnam en Oekraïne – vijf van de grootste energieproducenten wereld.

Opvallend was dat China en India, die samen instaan voor ongeveer twee derde van alle koolstofverbruik, het akkoord niet tekenden. Ook de handtekening van Australië, de elfde grootste steenkoolverbruiker en een belangrijke exporteur, schitterde door afwezigheid. De Verenigde Staten wekken nog altijd een vijfde van hun elektriciteit op via steenkool, en hebben de verbintenis evengoed niet ondertekend. Ze beloofden wel overzees geen olie, gas en steenkool meer te financieren.

 

Olie- en gasproductie

Onder leiding van Costa Rica en Denemarken verbonden verschillende landen zich ertoe olie- en gasproductie stop te zetten. Frankrijk, Groenland, Ierland, Zweden, Wales en de Canadese provincie Quebec sloten zich zo aan bij de Beyond Oil and Gas Alliance (BOGA), een alliantie van landen die olie en gas afzweren. Californië en Nieuw-Zeeland zijn geassocieerde leden: ze gaan significante, concrete acties ondernemen om te helpen om olie- en gasproductie in te dammen.

2. Aanpassingen doorvoeren om gemeenschappen en natuurlijke habitats te beschermen (adaptatie)

Adaptatie was tijdens COP26 een belangrijk discussiepunt. Heel wat mensen en landen voelen de impact van extreme weersomstandigheden, die hun dagelijkse leven ondersteboven keren. En de klimaatverandering intensifieert de impact van die weersomstandigheden.

De boodschap: het klimaat ís al aan het veranderen. Ook al gaan we minder uitstoten, die verandering zal zich verderzetten en vernietigende gevolgen hebben. Daarnaast moeten landen samenwerken om de landen die de gevolgen van de klimaatverandering al dragen, te helpen en aan te moedigen om:

  • ecosystemen te beschermen en te herstellen;
  • verdedigings- en waarschuwingssystemen en veerkrachtige infrastructuur en landbouw te ontwikkelen om te voorkomen dat woningen, jobs en zelfs levens verloren gaan.

 

De weg naar COP27 en een klimaatbestendige toekomst voor iedereen is uitgestippeld. Enkele hoogtepunten:

  • We moeten de meest kwetsbaren beschermen, want de dreiging van de klimaatverandering is voor hen vaak het grootst, hoewel zij er het minst van aan de basis liggen.
  • De internationale gemeenschap moet samenwerken om steun te bieden aan wie de gevolgen van de klimaatverandering draagt.
  • Er moeten plannen en financiering komen om vroegtijdige waarschuwingssystemen en overstromingsbescherming te ontwikkelen, en veerkrachtige infrastructuur en landbouw.
  • Habitats moeten worden beschermd en hersteld zodat ecosystemen duurzame landbouw aankunnen en zo kunnen voorzien in de levensbehoeften van miljarden mensen.

 

Tijdens de conferentie werd een programma uitgewerkt om de adaptatiedoelstellingen te bepalen. Daarin moeten de collectieve noden worden geïdentificeerd, net als oplossingen voor de klimaatcrisis waaronder heel wat landen al gebukt gaan.

3. Financiering vrijmaken

De boodschap was voor alle aanwezigen duidelijk: om onze klimaatdoelen te halen, moet elk bedrijf, elke financiële instelling, elke bank, elke verzekeraar en elke investeerder aanpassingen doorvoeren. Landen moeten de groeiende impact van de klimaatverandering op de levens van hun inwoners onder controle krijgen. Daarvoor hebben ze financiering nodig.

Dit is vereist om verandering teweeg te brengen:

  • openbare financiering om de infrastructuur te ontwikkelen die nodig is voor de transitie naar een groenere, klimaatbestendigere economie;
  • private financiering voor technologie en innovatie, zodat de miljarden uit de openbare kas worden omgezet in triljoenen aan klimaatinvesteringen.

 

Volgens schattingen van het OESO werd er in 2019 79,6 miljard dollar vrijgemaakt voor het klimaat – dat is heel wat minder dan de eerder beloofde 100 miljard dollar. Ontwikkelde landen moeten hun vroegere beloften nakomen, en vooral ontwikkelingslanden hebben steun nodig: die boodschap kwam luid en duidelijk over.

Glasgow Financial Alliance for Net Zero kondigde aan het begin van Finance Day aan dat het ruim 450 bedrijven uit 45 landen had opgetrommeld, en dat die duidelijk toezegden om economieën te helpen om emissievrij te worden.

Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en de Europese Unie gaven alvast een voorbeeld van samenwerking: ze kondigden aan dat ze – in de vorm van subsidies, concessionele leningen en investeringen – een initieel bedrag van 8,5 miljard dollar geven om Zuid-Afrika te helpen om af te stappen van steenkool voor energie. Dat partnerschap zou 1 tot 1,5 gigaton uitstoot besparen in de komende 20 jaar.

4. Samenwerken om resultaten te boeken

U las het al: heel wat landen, staten, provincies, steden, financiële instellingen, bedrijven ... beloven om zich in te spannen voor ons algemeen belang. Of ze dat gaan waarmaken, kunnen we pas echt meten wanneer we de beloftes kunnen aftoetsen aan acties. In 2022, op COP27 in het Egyptische Sharm-el-Sheikh, krijgen we er sowieso een beter zicht op.

Of COP26 een succes was? Na twee weken – en een extra dag – onderhandelen, ondertekenden de landen een akkoord waarin ze zich ertoe verbinden om te helpen klimaatverandering tegen te gaan. Ze raakten het niet eens over duidelijke stappen om de klimaatopwarming tot 1,5°C te beperken. Wel kwamen ze tot een consensus over verschillende belangrijke onderwerpen, zoals ontbossing en financiële steun. De landen werden aangespoord om hun uitstoot verder te beperken en hun nationale klimaatactieplannen af te stemmen op de Overeenkomst van Parijs.

Conclusie: ze hebben met elkaar gesproken. Dat gaan ze ook blijven doen. En in de tussentijd is er hoop dat ze een oplossing vinden waartoe iedereen zich standvastig kan verbinden.

Lees meer Toon minder