-
Veilig rijden met eco-driving
Anders en veiliger rijden met een verantwoorde rijstijl? De technologie is er in de loop van de jaren sterk op vooruit gegaan. Dat vraagt om een andere manier van rijden. Voor een verantwoorde rijstijl adviseert Arval te rijden volgens de principes van ‘eco-driving’. Dat zijn een aantal nuttige rijstijladviezen waarmee u tot maar liefst 20% brandstof bespaart. Beter voor het milieu dus, én goedkoper voor uw werkgever!
Ziehier de belangrijkste tips voor veilig rijden met een ‘nieuwe’, ecologische rijstijl:
Tip 1: Vroeg schakelen
Schakel zo vroeg mogelijk naar een hogere versnelling, maar altijd met het optimale toerental afhankelijk van het beschikbare koppel. Met een dieselmotor kan u op vlakke weg schakelen tussen de 1.500 en 2.000 toeren. Met een benzinemotor ligt het ideale schakelmoment eerder tussen de 2.000 en 2.500 toeren. Hoe hoger de versnelling, hoe sneller u moet schakelen. Met een direct ingespoten dieselmotor van 1,6 liter bijvoorbeeld, schakelt u van 2e naar 3e versnelling bij 1.800 toeren, maar van 5e naar 6e kan u al vanaf 1.300 toeren schakelen.Tip 2: Uitrollen
Veilig rijden betekent ook dat u de auto laat uitrollen, in plaats van te remmen, wanneer u moet vertragen of stoppen, bijvoorbeeld voor een verkeerslicht. Los dan tijdig gas en laat de auto in de versnelling van dat moment uitrollen. Wanneer de auto al een stuk trager rijdt, schakelt u naar een lagere versnelling, zonder het gaspedaal in te drukken, zodat u verder afremt op de motor. Zo vertraagt de auto vanzelf.
Een injectiemotor verbruikt tijdens het vertragen helemaal niets, omdat de injectie onderbroken wordt. Een hybride auto remt niet op dezelfde manier af wanneer u het gaspedaal lost. De motor schakelt uit, maar de auto behoudt zijn snelheid. Om op de motor te remmen, moet u het rempedaal licht indrukken.Tip 3: Aan 80 in 5de versnelling
Veilig rijden, dat is ook zoveel mogelijk met een gelijkmatige snelheid rijden, met een laag toerental in een zo hoog mogelijke versnelling. Met een moderne motor kan u op een vlakke weg zonder probleem aan 85 km/u in 6e rijden.Tip 4: Bandenspanning
Controleer maandelijks de bandenspanning om veilig te rijden.
De bandenspanning controleren doet u wanneer de auto nog koud is, d.w.z. wanneer de auto een tijd heeft stilgestaan of na een rit van minder dan 10 km. De aanbevolen bandenspanning staat in de deuropening aan de kant van de bestuurder of in de technische handleiding van de auto. Vergeet niet rekening te houden met de lading van de auto.Tip 5: Vooruitkijken
Ook belangrijk om veilig te rijden, is zo ver mogelijk vooruit te kijken en te anticiperen op het verkeer rondom u.
Als u anticipeert op vertragingen voor u, kan u snelheid minderen zonder de rem al te veel in te drukken. De injectie schakelt dan uit en het brandstofverbruik zakt tot nul. Bij bruuske remmanoeuvres gaat er daarentegen enorm veel energie verloren. Als u de auto tijdig laat uitrollen, kan u bovendien zachter weer optrekken.Tip 6: Motor afzetten
Zet uw motor af aan een openstaande brug of spoorwegovergang, in de file, als u op iemand wacht enz. Start u weer, doe dit dan zonder gas te geven. De meeste moderne auto’s hebben een Stop & Start-systeem. Wanneer de auto stilstaat, gaat de motor in waakstand. Opgelet: het systeem werkt niet wanneer u het koppelingspedaal ingedrukt houdt terwijl de auto nog in een versnelling staat. Schakel dus zodra u stopt naar neutraal, met uw voet op de rem en niet op het koppelingspedaal.Tip 7: Boordapparatuur
Maak om veilig te rijden zoveel mogelijk gebruik van de boordapparatuur, zoals de toerenteller, de cruise control, de boordcomputer en de gps om uw rit te plannen. De nieuwste modellen geven ook in real time informatie over het verkeer en het weer. Zo kan u anticiperen op vertragingen en files.Tip 8: Vermijd energievreters
Naast het type auto en uw rijstijl, bepalen een aantal andere factoren uw brandstofverbruik: uw snelheid, het gebruik van apparatuur, de luchtweerstand en het gewicht in de auto. Ga bewust om met deze energievreters.Tip 9: Rij trager en aan een constante snelheid
Uw snelheid aanpassen is de beste manier om minder brandstof te verbruiken. Probeer op de autosnelweg bijvoorbeeld 110 in plaats van 120 km/u te rijden. Door 10 km/u minder snel te rijden, bespaart u heel wat brandstof. De verhouding tussen verbruik en snelheid is namelijk exponentieel.
Probeer ook zoveel mogelijk aan een constante snelheid te rijden. Frequente veranderingen in het toerental doen het verbruik aanzienlijk toenemen. -
Tips voor veilig rijden
Arval hecht veel belang aan uw veiligheid. Het is onze taak om uw auto in prima conditie te houden zodat u veilig de weg op kan. Als bestuurder moet u echter ook uw verantwoordelijkheid opnemen. Met deze tips voor veilig rijden vermijdt u aanrijdingen met mogelijke letsels tot gevolg:
Veilig rijden = Altijd uw gordel dragen
Het lijkt vanzelfsprekend om uw gordel te dragen. Toch geeft een groot deel van de bestuurders aan regelmatig zonder gordel te rijden. De autogordel houdt u bij een aanrijding stevig in de zetel, wat de kans op verwondingen vermindert.Veilig rijden = Regelmatig uw bandenspanning controleren
Met een te lage bandenspanning hebt u minder grip op de weg, verlengt de remafstand en vergroot het risico op slippen. Controleer minstens één keer per maand de bandenspanning. De adviesspanning vindt u terug in het instructieboekje van de auto. Uw auto rijdt met de juiste bandenspanning niet alleen veiliger, maar ook nog eens een stuk zuiniger.Veilig rijden = Voldoende afstand houden
Hou voldoende afstand tot uw voorligger. Zo kan u alert reageren op manoeuvres van uw voorligger, bijvoorbeeld als deze plotseling remt.Veilig rijden = Niet telefoneren in de auto
Veel auto’s zijn tegenwoordig uitgerust met een carkit. Toch is ook het gebruik van een carkit niet compatibel met veilig rijden. Als u een telefoongesprek voert, hebt u minder aandacht voor het verkeer. Telefoneer bij voorkeur thuis of op kantoor.Veilig rijden = Uw rijstijl aanpassen aan de weersomstandigheden
Matig uw snelheid en verdubbel de afstand tot uw voorligger bij mist, zware regenval, of bij andere omstandigheden waarbij het zicht beperkt is. Ga niet op de rem staan, maar verminder uw snelheid geleidelijk. Houd hierbij zo veel mogelijk rechts. In geval van nood kan u dan veilig uitwijken naar de vluchtstrook of de berm.Veilig rijden = Geen losse spullen op de hoedenplank leggen
Veel bestuurders gebruiken de hoedenplank als opslagplaats voor allerhande spullen. Een paraplu, een stratenboek of een flesje frisdrank. Bij een aanrijding of een bruusk remmanoeuvre komen grote krachten vrij waardoor deze ogenschijnlijk onschuldige spullen ernstige letsels kunnen veroorzaken.Veilig rijden = Op de aanwijzingen op de weg letten
Borden boven en naast de weg wijzen u op bijzondere omstandigheden. Denk bijvoorbeeld aan een korte invoegstrook, de mogelijkheid tot ritsen en een plaatselijke wijziging van de maximumsnelheid. Pas voor de veiligheid onmiddellijk uw rijstijl aan bij het zien van deze borden.Veilig rijden = Uw route plannen
Door van tevoren uw reisweg te bepalen, voorkomt u dat u uw aandacht moet richten op het zoeken van de juiste route. U kan u beter op de verkeerssituatie concentreren en hoeft geen onverwachte manoeuvres uit te voeren.Veilig rijden = Een lifehammer in de auto leggen
De meeste auto’s zijn uitgerust met elektrische raambediening. Deze weigert vaak dienst als de auto in het water terechtkomt. Arval adviseert daarom om een lifehammer in uw auto te leggen. Met deze lifehammer breekt u in noodsituaties de ruit en verlaat u veilig de auto.Veilig rijden = Een reflecterend veiligheidsvest dragen
Om de veiligheid te verhogen, is het verplicht een reflecterend veiligheidsvest aan te trekken voordat u uw defecte auto verlaat of wanneer u betrokken bent bij een ongeval. Hiermee bent u beter zichtbaar tot op ongeveer 300 meter afstand. Het veiligheidsvest is niet verplicht voor alle inzittenden. Die zijn immers het best beschermd als ze plaatsnemen op ruime afstand achter de vangrail. Deze verplichting werd ingevoerd als een gedragsregel, al veronderstelt het gebruik van het reflecterend veiligheidsvest noodzakelijkerwijs dat u er één in uw auto hebt liggen. -
Veilig rijden met winterbanden en sneeuwkettingen
-
Veilig rijden met een trekhaak
1. Nuttige info over trekhaken voor lichte aanhangwagens (max. 750kg)
Technische controle
Wanneer? Bij het plaatsen van de trekhaak
Door wie? Door de installateur
En daarna? Na 4 jaar, tijdens de technische controle van de auto.Verzekering
De trekhaak:
- is gedekt door de BA-verzekering en de juridische bescherming van de auto.
- is gedekt zelfs wanneer de aanhangwagen niet aan de auto hangt.
- de aanhangwagen heeft dezelfde nummerplaat als de auto.
2. Nuttige info over trekhaken voor aanhangwagens met een maximaal toegestane massa van meer dan 750kg
Technische controle
Wanneer? Bij het plaatsen van de trekhaak
Door wie? Door de installateur
En daarna? Jaarlijks.Verzekering
Verplichte aanvullende verzekering voor de aanhangwagen.
Opmerkingen:
- niet verplicht maar bij voorkeur bij dezelfde verzekeringsmaatschappij
- voordelige tarieven voor bestuurders van een auto van Arval
- de aanhangwagen heeft een speciale nummerplaat
Bij een ongeval:
- Als de aanhangwagen tijdens het ongeval aan de auto hangt, dekt de verzekering van de auto de kosten.
- Als de aanhangwagen tijdens het ongeval niet aan de auto hangt, dekt de aanvullende verzekering van de aanhangwagen de kosten.
Opgelet! Als de trekhaak niet bij Arval gemeld is, kan de verzekering beslissen om eventuele ongevallen niet te dekken.
-
Veilig rijden in het buitenland
Een rit naar het buitenland vergt extra aandacht. Niet alleen omwille van de lange afstanden, maar zeker ook omdat ieder land zijn eigen regelgeving heeft. Om veilig te rijden is het vooral belangrijk om goed voorbereid op weg te gaan.
Bandenspanning
Een lange rit voor de boeg? Auto zwaar geladen? Controleer vooraf uw bandenspanning. Uw auto rijdt hierdoor comfortabeler, zuiniger en veiliger. De adviesspanning vindt u terug in het instructieboekje van uw auto.Oliepeil, ruitenwisser –en koelvloeistof
Controleer voor uw vertrek het oliepeil en het peil van de ruitenwisser- en koelvloeistof. Peil elke 500 kilometer de olie en steek een extra liter olie in de koffer.Groene kaart
Let erop dat het land waar u heen reist, vermeld is op de groene kaart die in uw boordmap steekt. Zorg er ook voor dat u deze kaart zeker meeneemt op reis.Verkeerstoelating
Als u zich buiten de Schengenzone of de Europese Unie begeeft, of op terreinen van internationale luchthavens en stations, dan moet u steeds een verkeerstoelating hebben in de vorm van een certificaat. U kan een aanvraag indienen via www.rentadrive.org en de instructies volgen om het document in te vullen. Hou rekening met een verwerkingstijd van 3 tot 5 werkdagen. We raden u aan om het certificaat in kleur af te drukken en in meerdere exemplaren (bijvoorbeeld in drievoud). Het certificaat geldt voor één, in de tijd beperkte reis. Voor elke nieuwe reis moet een nieuw certificaat worden opgemaakt. Als u geen verkeerstoelating hebt, kunnen de bevoegde instanties uw auto in beslag nemen. Controleer zeker ook het autobeleid van uw werkgever aangezien dat andere regels kan opleggen dan die van Arval.Vertrekt u naar Duitsland? Denk aan de "Umweltsticker" of eco-vignette.
Vertrekt u naar Frankrijk? Kijk goed na of uw radarverklikker wettelijk is.
Verplichte accessoires
In een aantal landen moet u voor de veiligheid in het bezit zijn van een gevarendriehoek, verbanddoos en/of veiligheidsvest. Voor toeristen geldt deze verplichting slechts in een aantal gevallen. Hier geven we een overzicht van de populairste vakantiebestemmingen:
Tabel 1 Gevarendriehoek
& veiligheidsvestVerbanddoos Blusapparaat Duitsland verplicht verplicht niet verplicht Frankrijk verplicht niet verplicht niet verplicht Italië verplicht niet verplicht niet verplicht Luxemburg verplicht niet verplicht niet verplicht Oostenrijk verplicht verplicht niet verplicht Portugal verplicht niet verplicht niet verplicht Spanje verplicht niet verplicht niet verplicht Verenigd Koninkrijk verplicht niet verplicht niet verplicht Zwitserland verplicht niet verplicht niet verplicht Rijd veilig, haal uw voet van het gaspedaal!
Overdreven snelheid wordt in België, net zoals in alle Europese landen, bestraft. Toch zijn de snelheidsbeperkingen niet dezelfde in alle landen. Hier vindt u een overzicht van de maximumsnelheden in onze buurlanden:
Tabel 2 km/u Binnen bebouwde kom Op nationale wegen Autosnelwegen Duitsland 50 100 130 Frankrijk 50 90 of 110 130 Italië 50 90 of 110 130 Luxemburg 50 90 130 Oostenrijk 50 100 130 Portugal 50 90 of 110 130 Spanje 50 90 of 110 120 Verenigd Koninkrijk 48 96 of 112 112 Veilig rijden met winterbanden en sneeuwkettingen
> Ga voor meer informatie en een overzichtstabel per land naar onze pagina over winterbanden. -
Veilig rijden bij winters weer
Elk jaar zodra de winter de kop opsteekt, vreest iedereen voor de slechte weersomstandigheden en de gladde wegen. Toch kunnen enkele goede reflexen u helpen de winter veilig door te komen. Hieronder enkele tips om sereen en veilig te rijden in de winter:
Rijgedrag
Veilig aan het stuur: verdubbel uw waakzaamheid in moeilijke omstandigheden. Verkies een soepele besturing boven bruuske bewegingen.
Veilig in de bochten: maak soepele, doorlopende stuurbewegingen. Wat moet u doen als de achterkant van uw auto wegglijdt? In een auto met voorwielaandrijving, geeft u langzaam gas om het evenwicht te herstellen. In een auto met achterwielaandrijving, ontkoppelt u, lost u het gaspedaal en stuurt u tegen. Een gouden regel: kijk altijd in de richting waar u naartoe wil.
Veilig remmen: rem zoveel mogelijk op de motor om slippartijen te vermijden. Als u slipt, verliest u immers de controle over de auto. Om de grip te herstellen, lost u het rempedaal en remt u opnieuw. Weet dat een vochtig wegdek dubbel zo glad is als een droog wegdek. Een besneeuwd wegdek is viermaal gladder en een bevroren wegdek achtmaal!
Veilig op hellingen: als de wielen doorslippen, schakelt u naar een hogere versnelling. De trek- of stuwkracht op de wielen neemt af, waardoor de grip van uw auto verhoogt.Banden
Een juiste bandenspanning is cruciaal om veilig te rijden bij koude temperaturen. Immers, hoe lager de temperatuur, hoe lager de bandenspanning. Verhoog daarom de spanning met 0,2 bar als het koud is.
Het gebruik van winterbanden kan heel nuttig zijn.> Ga voor meer informatie naar onze pagina over winterbanden.
Veilig rijden in een goed onderhouden auto
Zowel in de winter als in de zomer geldt één gouden regel: zorg voor een goede zichtbaarheid. Aarzel dus niet uw auto regelmatig te wassen. Bovendien heeft een vuile auto meer last van vorst. Weet ook dat strooizout erg corrosief is voor uw carrosserie.
Wij raden u aan:- De gepaste ruitenwisservloeistof te gebruiken voor temperaturen tot -30°C.
- De toestand van uw batterij te controleren.
- De dichtingsrubbers van uw deuren met geschikt smeervet te behandelen om te voorkomen dat ze bevriezen.
Onmisbare uitrusting om veilig te rijden
Onderstaande uitrusting kan uiterst nuttig zijn tijdens extreem koude periodes:
- een ijskrabber
- een spuitbus om de sloten te ontdooien
- een of meerdere dekens voor als u onderweg motorpech hebt
Veilig rijden in de winter? Dit moet u weten!
- Vermijd het gebruik van de handrem in geval van extreme koude. Door de vorst kan de remkabel vastvriezen. Het is veiliger de auto in versnelling te zetten.
- Controleer of de ruitenwissers op uw voorruit niet bevroren zijn alvorens ze te gebruiken. Anders kan de motor van de ruitenwissers beschadigd raken.
- Leg geen krant op uw voorruit om te vermijden dat deze 's nachts dichtvriest. Het risico bestaat dat de krant vochtig wordt alvorens aan te vriezen en bijgevolg aan uw voorruit gaat plakken. Een stuk karton is precies wat u nodig hebt.
-
Optimale zithouding om veilig te rijden
Hoe bereikt u een optimale zithouding?
Rijcomfort is een belangrijk punt voor veilig rijden en daarom geeft Arval u enkele aanbevelingen om dit te verbeteren. Deze tips leren u hoe u uw autozetel het best kan instellen om uw houding achter het stuur zo comfortabel en veilig mogelijk te maken.
In een eerste fase gaat u als volgt tewerk om de instellingen correct te regelen: u gaat zitten, klikt uw veiligheidsgordel vast en plaatst de zetel in een comfortabele positie. Daarna doet u de volgende afstellingen om veilig te kunnen rijden:
1. Zetelafstand
- Leg uw armen op het stuur. Zorg ervoor dat deze noch volledig gestrekt zijn noch een hoek van 90° vormen. Wanneer u uw vuisten in het midden van het stuurwiel legt, moeten uw ellebogen lichtjes gebogen zijn.
- Controleer of u het rempedaal volledig kan indrukken zonder in uw zetel naar voor te glijden.
- Zorg ervoor dat uw knieën het instrumentenbord niet raken.
- Controleer of u het stuur moeiteloos in alle richtingen kan draaien zonder dat uw ellebogen uw dijen raken.
2. Zetelhoogte
- Controleer of u de weg kan zien tot aan de auto die voor u rijdt.
- Controleer of de afstand tussen uw hoofd en het dak van uw auto overeenkomt met een gebalde vuist.
3. Zetelhoek
- Controleer of de hoek tussen uw dij en uw lichaam groter is dan een rechte hoek.
- Wanneer u rijbewegingen simuleert, mag u niet glijden in uw zetel. De onderkant van uw rug moet in contact blijven met de zetel. Mocht u glijden, verklein dan de hoek van uw zetel.
4. Breedte van de rugleuning
- Zorg ervoor dat uw rug voldoende tegen de zetel rust en volledig ondersteund wordt.
- Uw rug mag niet samengedrukt worden tussen de zijsteunen. Dit komt hoofdzakelijk voor met sportzetels.
5. Hoogte van de rugleuning
- Voor een optimale ondersteuning moet de bovenkant van uw rugleuning net boven uw schouders uitsteken of zelfs iets meer.
6. Lendensteun
- Controleer of de lendensteun uw rug goed ondersteunt.
7. Vorm van de zetel
- Controleer of alle onderdelen van de zetel voldoende steun bieden.
- Zorg ervoor dat uw zetel een goede zithouding biedt tegenover uw stuur. Doe een test: steek uw handen omhoog en laat ze terugvallen op het stuurwiel. Als ze in het midden van het stuur terechtkomen, hebt u vlot toegang tot de belangrijkste bedieningselementen.
- Strek vervolgens ook uw rechterbeen uit in de richting van het gaspedaal. Uw dij mag in geen geval naar links of naar rechts neigen.
8. Toegang tot de bedieningselementen aan het stuur
- Controleer of alle bedieningselementen aan het stuur vlot bereikbaar zijn. Doe dit met gesloten deur.
9. De hoofdsteun afstellen
- Om bij een ongeval een whiplash te voorkomen, mag de afstand tussen de hoofdsteun en uw hoofd maximum 7 cm bedragen en mag de hoofdsteun niet lager staan dan 6 cm gemeten vanaf de bovenkant van uw hoofd.